Einde Schoolstrijd

De lager onderwijswet

Nederland heeft nu een uniek schoolsysteem: de openbare en bijzondere (bijvoorbeeld religieuze) scholen staan naast elkaar. Dit betekent dat beide scholen evenveel geld van de staat krijgen. Aan die gelijkheid van openbaar en bijzonder onderwijs is een langdurige strijd aan voorafgegaan, maar is sinds 1917 vastgelegd in de grondwet.

De schoolstrijd begon tijdens de Franse bezetting. Eeuwen lang had de kerk het voor het zeggen gehad op scholen, maar sinds 1795, onder het Franse bewind, werd de school een ‘staatszaak’. Het geloof hoefde niet van school te verdwijnen maar mocht vooral niet te veel nadruk krijgen. Zo ontstonden de eerste openbare scholen.

In de 19e eeuw waren het de protestanten die toch pleitte voor bijzondere scholen naast de openbare scholen. Ook de katholieken gingen zich in deze schoolstrijd mengen. De financiering van openbaar en bijzonder onderwijs was een politieke tegenstelling, want de openbare scholen vielen onder de verantwoordelijkheid van gemeenten en rijk en kregen van hen geld, en de bijzondere scholen vielen onder verantwoordelijkheid van schoolbesturen die door ouders werden bemand en zij moesten zelf de schoolkosten betalen.

Dankzij instemming van alle grote politieke stromingen kwam de financiële gelijkstelling tussen openbaar en bijzonder onderwijs in 1917 tot stand in de Wet op het Lager Onderwijs van 1920. De grote politieke partijen steunden elkaar hierbij. Op religieus gebied waren er grote verschillen, maar ze waren het beide duidelijk eens met het standpunt: gelijkstelling van bijzonder en openbaar onderwijs.

De wet op het Lager Onderwijs van 1920 wordt ook wel Schoolwet 1920 van De Visser genoemd, vernoemd naar de toenmalige minister van Onderwijs dr. J. Th. de Visser.

Omdat de wet van lager onderwijs gaat over het gelijkmaken van de financiering tussen openbaar en bijzonder onderwijs, is het voor iedereen toegankelijk. Hierdoor is er sprake van rechtsgelijkheid en heeft het dus een bijdrage geleverd aan de Nederlandse rechtsstaat.
Ook is er sprake van parlementaire democratie die wordt toegepast. In de 19e eeuw was de schoolstrijd een grote politieke tegenstelling, maar na jaren discussiëren zijn de grote politieke partijen ermee ingestemd en is de wet van lager onderwijs ingevoerd. Het volk heeft dus vertegenwoordigers gekozen die invloed hadden op het beleid, in dit geval dus invloed hadden op de regeling van het onderwijs (financieel gezien), en zo is de wet van het lager onderwijs ingevoerd via de wil van de burgers.

 

Extra filmpje
https://www.youtube.com/watch?v=XywAwEmjN7I 

Bronnen
https://anderetijden.nl/aflevering/538/Schoolstrijd
https://nl.wikipedia.org/wiki/Schoolstrijd_(Nederland)
https://www.examenoverzicht.nl/geschiedenis/schoolstrijd
https://www.100jaarorthopedagogiek.nl/100jaarPDF/PDF/Extra/wet-lo-1920-001-202-tekst.pdf
https://www.noviomagus.info/kpoa/historie/wetten.htm
https://www.geheugenvandrenthe.nl/lager-onderwijs
https://www.parlement.com/id/vg09llc23fqe/j_th_de_visser
https://www.onderwijsmuseum.nl/files/2016-12/een_korte_geschiedenis_van_het_onderwijs_dec._16_.pdf