Napoleon Bonaparte neemt in 1799 de macht in Frankrijk over. Met zijn leger verovert hij veel landen. Hij regeert vanaf 1806 als keizer over bijna heel Europa. Maar de legers van andere landen vechten tegen het leger van Napoleon.

Bij Waterloo, dat nu in België ligt, komt het op 18 juni 1815 tot een grote veldslag. Napoleons leger wordt bij Waterloo voorgoed verslagen door Britse, Nederlandse en Pruisische soldaten. Napoleon wordt gevangengezet op het afgelegen eiland Sint-Helena. Daar overlijdt hij op 5 mei 1821.

In 1939 begint Hitler de Tweede Wereldoorlog. Hij wil van Duitsland het machtigste land van Europa maken. Daarom valt hij met zijn leger veel landen aan. Het Duitse leger bezet in mei 1940 ook Nederland. Maar de legers van andere landen gaan samenwerken om de Duitsers te verslaan. In september 1944 beginnen het Engelse, Amerikaanse en het Canadese leger met de bevrijding van Nederland. Samen worden deze legers de 'geallieerden' genoemd.

De geallieerden bevrijden op 12 september 1944 in Zuid-Limburg de eerste Nederlandse plaatsen. Op 14 september wordt Maastricht bevrijd. In de herfst van 1944 wordt de rest van het zuiden van Nederland bevrijd. Maar het gebied boven de grote rivieren blijft nog bezet door de Duitsers. De mensen in die gebieden maken de 'hongerwinter' mee. In die winter is er bijna geen eten meer, vooral niet in de grote steden in het westen. Meer dan 20.000 mensen sterven van de honger.

Vanaf maart 1945 wordt de rest van Nederland bevrijd. Op 4 mei 1945 wordt op de Lüneburger Heide afgesproken dat het Duitse leger zich de dag erna zal overgeven. Op 5 mei maken de Canadese generaal Foulkes en de Duitse generaal Blaskowitz in Hotel De Wereld in Wageningen afspraken over de uitwerking van de overgave. Heel Nederland is nu bevrijd. Nederland viert elk jaar op 5 mei het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945.